Een klein uitstapje over satellieten en zo. Eerst maar eens wat informatie uit Wikipedia gehaald. Eerst maar een definitie van wat een satelliet is.
Een (kunstmatige) satelliet of kunstmaan is een door mensen gemaakt object in een baan om een hemellichaam. Zowel natuurlijke manen als kunstmanen worden (astronomische) satellieten genoemd.
De eerste satelliet die in een baan om de aarde werd gebracht, is de Spoetnik 1 van de Sovjet-Unie op 4 oktober 1957. Veelal wordt deze datum gezien als het begin van het ruimtevaarttijdperk.
Afhankelijk van de toepassing kunnen satellieten verder als volgt worden geclassificeerd:
- Communicatiesatelliet: verzorging van telefoon, radio, televisie, internet over lange afstanden zoals Artemis.
- Navigatiesatelliet: voor plaatsbepaling op aarde met bijvoorbeeld GPS of Galileo.
- Observatiesatelliet: observatie van bijvoorbeeld milieuverontreiniging, maken van landkaarten en observeren van het heelal, bijvoorbeeld Envisat of ANS
- Een speciaal type observatiesatelliet is de spionagesatelliet, eigendom van overheden en met een hoge grondresolutie, gebruikt voor militaire toepassingen, bv. Corona.
- Onderzoekssatelliet: voor wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld naar gewichtloosheid, Sloshsat-FLEVO.
- Weersatelliet: observatie van de toestand van de atmosfeer ten behoeve van weersverwachtingen en klimaatonderzoek, bijvoorbeeld Meteosat.
Satellieten worden ook geclassificeerd naar massa (inclusief brandstof):
- Satelliet vanaf 500 kg, waaronder ruimtestations en andere bemande satellieten
- Minisatelliet of gewoon “kleine satelliet”: 100 tot 500 kg
- Microsatelliet: 10 tot 100 kg; ook de eerste kunstmaan, de Spoetnik 1, valt hieronder
- Nanosatelliet: 1 tot 10 kg; ook de eerste Amerikaanse kunstmaan, de Vanguard 1, valt hieronder
- Picosatelliet: 100 g tot 1 kg
- Femtosatelliet: 10 tot 100 g – bevinden zich in de testfase
CubeSats zijn zeer kleine satellieten met een gestandaardiseerd formaat. Ze bestaan uit een of meer kubusvormige units met ribben van tien centimeter en passen daardoor in een gestandaardiseerde cubesat-adapter.
Een satelliet kan in een geostationaire of niet-geostationaire baan om de aarde worden gebracht. Een geostationair geplaatste satelliet “hangt” op een hoogte van ongeveer 36.000 km op een vast punt boven de evenaar. Op die hoogte is de omlooptijd van de satelliet namelijk gelijk aan die van de aarde om haar eigen as (ongeveer 24 uur).
Een niet-geostationair geplaatste satelliet beweegt met een bepaalde snelheid ten opzichte van het aardoppervlak. Dit komt doordat de hoeksnelheid van de kunstmaan groter (op lage hoogte) of kleiner (op grote hoogte) is dan de hoeksnelheid van de aardrotatie. Voor elke cirkelbeweging van een kunstmaan dient de middelpuntzoekende kracht gelijk te zijn aan de zwaartekracht. Naarmate de baan hoger is, is de zwaartekracht lager. Als gevolg daarvan is in hogere banen de baansnelheid lager.